Event #10 Complexe samenwerking

Bij het werken aan maatschappelijke vraagstukken is het noodzakelijk om samen te werken met verschillende (publieke) organisaties. Maar is de vorm waarin we op dit moment vaak die samenwerking inrichten wel het meest effectief? Deze vraag stond centraal tijdens het tiende evenement van de Social Design Showdown, waar we online en offline samenkwamen op de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft om te leren over complexe samenwerkingen.



Speakers


Deze sessie is gemodereert door Daniele Arets


Bekijk het evenement terug!

 

Wrap - up

Het evenement begon met een presentatie van Thomas van Arkel, ontwerpend onderzoeker bij de TU Delft, over onderzoek naar samenwerkingen tussen creatieve partijen en publieke organisaties in de veiligheidssector. Om de uitdagingen in die sector aan te gaan zijn niet alleen nieuwe handelingsperspectieven voor anders kijken, denken en handelen nodig—maar ook nieuwe manieren hoe we tot die handelingsperspectieven komen. Complexe maatschappelijke vraagstukken vragen namelijk om een meer continue vorm van innovatie, waar in de praktijk vaak nog projectmatig in opdrachtgever en opdrachtnemers relaties wordt gewerkt. Werken in een partnerschap valt alleen vaak moeilijk in te passen in organisaties die vooral denken in inkopen en aanbesteden, en efficiëntie en resultaat. Projecten, die vaak laag in de organisatie zijn geïnitieerd, leiden daarom vaak tot synergie tussen ontwerpers en directe opdrachtgevers, maar minder met de rest van de organisatie wat vervolg van de samenwerking in de weg staat. Er heerst vaak het idee dat een goed ontwerp ook wel naar een strategisch niveau gebracht kan worden, maar dat blijkt in de praktijk veel lastiger te zijn.

Panelsessies

In de panelsessie ging Suzanne Potjer, Chief Exploration Officer in het programma Agenda Stad van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, verder in op de thema’s uit de presentatie vanuit eigen praktijkvoorbeelden. Ze stelde dat er echt wel een behoefte is bij de overheid om anders te denken, en dat ontwerpers hier ook steeds vaker een rol in spelen. Maar precies de factoren die een eerste experiment succesvol maken, zijn dezelfde redenen waarom het daarna moeilijk is om verdere systemische impact te bereiken, de zogenaamde pilot-paradox, omdat het niet in de bestaande overheidsstructuren past. In plaats van je alleen maar te richten op de uitvoer van je experiment, zou het misschien wel effectiever zijn om je tijd 50/50 te verdelen over uitvoer en strategische inbedding in de organisatie en de buitenwereld. Zo kan je met je experiment de gewenste aandacht creëren voor het vraagstuk waar je mee bezig bent. Weten hoe de hazen lopen in de overheidswereld is dus essentieel voor ontwerpers om te weten als je meer impact wilt bereiken. Maar dat is ook niet iets wat de ontwerper allemaal op zich hoeft te nemen, juist door ambtenaren als samenwerkingspartners te zien kan men van elkaar leren. Naast het zelf creëren van aandacht kan een project ook meegaan op een bepaald momentum, bepaalde ‘windows of opportunity’ waarin de aandacht er al is. Deze zijn vaak voor buitenstaanders als ontwerpers moeilijk om te herkennen, en worden dan vaak gemist als je vasthoudt aan je eigen planning en oplevering. Er is niet één manier of geijkte werkwijze die dit soort samenwerkingen gegarandeerd tot een succes brengt. Het is meer een kunst, waarin je aanvoelt wanneer je een palet aan verschillende vaardigheden inzet in de juiste situatie en context. En dat is best een uitdaging.


Vrije discussies in Breakout rooms

Na het panelgesprekken gingen we uiteen in digitale en fysieke groepen om verder te discussiëren aan de hand van de bouwstenen voor duurzame samenwerking uit het onderzoek. Hieruit kwamen tijdens de afrondende reflectie naar voren het belang van het opzetten van een project: wie heeft welke verantwoordelijkheid, rol en taak—maar ook verbinding zoeken op een persoonlijk vlak, wie ben je naast je functie en mandaat. Kwetsbaarheid speelt daarbij een belangrijke rol.

Die kwetsbaarheid is niet altijd makkelijk, omdat een veilige omgeving creëren vaak een uitdaging is, mede ingegeven door politieke druk op een bepaald vraagstuk. Het is daarom belangrijk om kritisch te zijn of je ook daadwerkelijk wel echt wil gaan experimenteren op een bepaald vraagstuk als die ruimte er niet is. Daarnaast is het belangrijk om spanningen tastbaar te maken, zodat ze wel expliciet zijn maar je ze daardoor ook ‘aan de kant kan schuiven’, het is best oké om af en toe de hakken in het zand te zetten zolang je daar maar expliciet over bent.

Hierin kan de social designer ook echt een rol pakken, omdat naast het vak ontwerpers ook op een manier werken waarbij altijd een bepaald scheppend vermogen is, waardoor impliciete zaken gematerialiseerd en daarbij expliciet gemaakt worden. Als laatste werd nog benoemd het belang van iets maken waar mensen ook graag in willen stappen, en dus bij willen zijn. Er was nog voldoende stof om nog een aantal events mee te vullen, dus wie weet in de toekomst. Tot die tijd is er nog voldoende leesmateriaal door Suzanne genoemd publicaties ‘Experimenteel Bestuur’ en ‘De kunst van én—én’ en zal het onderzoek van Thomas verder gepresenteerd worden tijdens de DDW rondom de Embassy of Safety. 

Vorige
Vorige

Van de marge naar het midden

Volgende
Volgende

Event #9 Gedragsverandering